Konijnen kunnen in het Nederlandse klimaat prima buiten wonen. Wilde konijnen leven onder de grond in burchten, waar de temperatuur zelden onder de 0 graden komt. Onze huiskonijnen leven wel boven de grond en hebben dus met wat meer extremen te maken. Lees hier 10 tips om ook deze konijnen goed de koude winter door te helpen.
1. Zorg voor een goede wintervacht.
Laat de konijnen vanaf half september dag en nacht buiten wonen. Dan maken ze een goede, volle wintervacht aan. Let ook op dat de wintervacht bij zieke en oude dieren soms niet optimaal word. Voor deze konijnen kan het soms een betere keuze zijn om ze binnen in huis te laten overwinteren.
2. Zorg dat het konijnenverblijf winter-proof is.
Controleer voor de winter begint of de konijnen voldoende schuilmogelijkheden hebben. Eén of meerdere tochtvrije, droge plekken om te schuilen bij koude weersomstandigheden zijn echt nodig. Koop eventueel doorzichtig tafelzeil of jute zakken om een standaard hok met gaas wat beschutter te maken. Maar pas op – er moet wel voldoende ventilatie blijven!
3. Zorg dat konijnen een maatje hebben om tegenaan te kruipen.
Konijnen zijn hele sociale dieren die echt een soortgenootje nodig hebben. Daar zijn geen excuses voor. Een konijn alleen, buiten, in de winter, in de kou, dat is echt sneu. Zorg er voor dat het konijn een passend maatje heeft waar het goed mee klikt, zodat ze bij kou lekker tegen elkaar aan kunnen kruipen.
4. Zorg voor vloeibaar drinkwater
Vervang bij vorst het drinkwater minstens 3x per dag. Ook als je werkt, maak er dan een gewoonte van om in de ochtend het water te verversen, in de middag als je thuis komt en in de avond voor het slapen gaan. Konijnen wennen aan ritme, en leren al snel dat dat de drinkmomenten zijn.
5. Geef vers groenvoer voor extra vocht.
Vers groenvoer bevat vocht, maar geef niet meer dan de konijnen gewend zijn en in korte tijd op kunnen. Als konijnen het niet gewend zijn kunnen ze er diarree van krijgen. Konijnen moeten het rustig leren eten. Ook van bevoren groenvoer kunnen konijnen diarree krijgen. Geef dus niet te grote porties en alleen die soorten die de konijnen gewend zijn om te eten.
6. Geef water uit een waterbak in plaats van uit een fles
Eigenlijk is dit niet alleen een wintertip, maar een altijd-tip. Konijnen kunnen namelijk veel makkelijker en veel gulziger drinken uit een bakje. Daardoor drinken ze meer, en dat is goed voor de gezondheid. Een konijn dat voldoende drinkt voert de afvalstoffen uit het lichaam beter af en heeft daardoor een kleinere kans op gezondheidsproblemen.
7. Wissel niet van omgeving
Konijnen kunnen niet goed tegen temperatuurwisselingen. Haal buitenkonijnen dus niet naar binnen in de winter, tenzij het nodig is in verband met ziekte. Haal de konijnen dus niet zomaar even naar binnen en doe binnenkonijnen ook niet zomaar even naar buiten. Juist die plotselinge temperatuurverschillen hebben invloed op de weerstand van konijnen en zorgen dat ze extra vatbaar zijn voor ziektes.
8. Stro!
Stop het schuilhok van de konijnen vol met stro. Stro is hol van binnen en houd daardoor goed de warmte vast, en lekkere isolerende laag dus. Konijnen vinden het vaak fijn om in het stro echt een holletje te maken om in te liggen. Sommige konijnen vinden het ook leuk om het stro juist weer uit het schuilhok te maken.
9. Snugglesafe heatpad
Een handig item om in de winter in huis te hebben is de snugglesafe heatpad. Het is een knalroze, harde plastic schijf die je in de magnetron kan opwarmen, die lange tijd aangenaam warm blijft. Gebruik er onder de drinkbak om het water langer vloeibaar te houden en leg er in het schuilhok als warmtekussen. De snugglesafe heatpad kun je online in de in konijnen gespecialiseerde webwinkels bestellen, de prijs varieert tussen de 18-25 euro.
10. Controleer regelmatig de gezondheid
Natuurlijk is het altijd belangrijk om de gezondheid van de konijnen goed te controleren, maar bij temperaturen onder nul is het extra belangrijk. Let op afwijkend eetgedrag, keutelgedrag en voel aan het kuiltje in de nek. De oren van konijnen zijn in de winter altijd koud, maar het kuiltje in de nek hoort lekker warm te zijn. Het is geen exacte wetenschap, als je de lichaamstemperatuur echt wil weten zul je met een thermometer de temperatuur op moeten nemen.
